Lichaam

Het fotobehang van het voetbalveld is nog net te zien door het zonlicht dat door de gordijnen heenkomt en het maakt dat ik in de war raak. Hoezo lig ik in Raouls kamer. Voor de tweede keer kijk ik goed om me heen. Raoul zelf is nergens te bekennen.


Als ik nou gisteravond veel alcohol gedronken zou hebben, dan zou dat een goede verklaring zijn waarom ik hier lig, maar dat heb ik niet. Ik heb de hele avond gewerkt en daarna ben ik op tijd in slaap gevallen, dus waarom lig ik dan niet in mijn eigen bed.


Ik wrijf over mijn gezicht om nog wat beter wakker te worden, maar schrik dan van de hoeveelheid haar dat aan mijn kin hangt. Ik heb in mijn 28 jarige bestaan nog maar weinig baardgroei gehad, dus hoe heeft dit in één nacht zo kunnen groeien?


Zodra ik een stap uit zijn bed zet, begint de paniek wel toe te slaan. Dit is namelijk niet alleen niet mijn kamer, maar ook niet mijn lichaam. De tattoo op ‘mijn’ arm en het borsthaar op ‘mijn’ borst, zijn beide niet onderdeel van mijn eigen lichaam.


Mijn, of zijn, hart gaat sneller en sneller kloppen als ik de badkamer in loop om in de spiegel te kunnen kijken. Inderdaad; ik kijk recht in de ogen van Raoul.


Ik raak in paniek, maar dat zakt al snel als ik mezelf vertel dat ik waarschijnlijk nog droom. Ik besluit mezelf aan te kleden, in Raouls kleren, en naar de keuken te lopen voor een ontbijtje.


“Goeiemorgen, Roel!” Zegt Robbie. Hij zit aan het keukeneiland met een broodje grillworst en een kopje koffie. Uit automatisme raak ik verward, tot ik me besef dat ik lijk op Raoul, nee, het lichaam heb van Raoul of Raoul ben? Dit is allemaal veels te ingewikkeld.


“Jezus boomer, weet je nu ook al niet meer wie je bent?” Lacht hij. “Nee, man,” lach ik, waarna ik schrik van mijn eigen stem. Ik klink exact als Raoul.


“Ben je een beetje klaar voor je speech?” Vraagt hij dan. Oh ja, Raouls speech op een hoge school over de betekenis van het leven; iets dat Matthy nooit, maar dan ook echt nooit, zou doen.


Ik grijp naar het papier dat hij nog op het keukeneiland heeft laten liggen gisteravond. Het is zijn speech. “Ja, alleen ik wil het nog wel even doorlezen voor ik hem straks moet geven,” zeg ik. Robbie wil er verder over doorgaan, maar hij krijgt de kans niet. Vanuit de gang zie ik mijn eigen lichaam binnen komen lopen. Ik herken de paniek op mijn gezicht.


“Raoul, kan ik even met je praten?” Hoor ik mijn stem zeggen. Ik knik meteen, “is goed.”

Comments 0
Loading...