De lichten waren allemaal uit, maar dat hield me niet tegen om mijn weg te kunnen vinden. Ik kende deze plek als geen ander en helaas voor mij, wist hij dat.
Het was mijn stamkroeg waar ik al ruim vijf jaar kwam, die hij zomaar overgenomen had. Op een dag kwam hij, maakte hij me de zijne en kieperde hij mijn leven omver.
Totdat ik weg ging.
Maar toch bleef hij komen. Mijn stamkroeg was nu zijn stamkroeg geworden en ergens voelde het niet meer veilig om hier ook te zijn. Ik wist dat ik er niet aan moest toegeven, maar toch deed ik het.
Toch sta ik vandaag in een andere kroeg, vlak naast mijn oude stamkroeg. ZIJN stamkroeg.
Plotseling voel ik een arm om mij heen.
"Hey, lang niet gezien!"
Ik kan zijn ziekmakende grijns in zijn stem horen en ik hoef me niet eens om te draaien om te weten dat hij het is. Om te weten dat hij mij gevolgd is en dat hij mijn nieuwe stamkroeg de zijne wilt maken.
Net zoals hij wilt dat ik ooit de zijne weer ga zijn.
En net zoals ik nu weet, dat ik nooit meer van hem af ga komen.
“Fakkaa!” Roep ik enthousiast als ik de discord call binnentreed. “Hey, Matt!” Hoor ik meerdere keren terug. “We wilden net een potje GTA races doen,” zegt Robbie. “Ik kom eraan,” zeg ik.
Onbewust voel ik een glimlach op mijn gezicht groeien. Al de hele dag keek ik uit naar dit moment; zorgeloos gamen met mijn online vrienden Koen, Raoul, Milo en Robbie. Sinds dit schooljaar zijn de klassen gehusselt en ben ik mijn vrienden kwijt geraakt, daarnaast zit ik in mijn examenjaar, dus school is vreselijk op het moment. Daar komt nog eens bij dat ik steeds vaker op mijn jongste broertje moet passen, doordat mijn ouders meer zijn gaan werken en dat ik daar eigenlijk geen tijd en energie voor heb.
Het gamen met mijn online, en tevens enige, vrienden is het lichtpuntje van de dag en vaak gaan we tot laat door, zodat er de volgende ochtend klagende appjes over en weer worden gestuurd over hoe moe we wel niet zijn en wie welk huiswerk nu weer is vergeten.
De Bankzitters, hebben we onszelf genoemd. Een aantal van hun zijn sinds kort begonnen met Youtube, alleen weet ik nog niet of ik dat wel zou doen. Het lijkt me leuk, maar ook eng.
Nou goed, ik zie het allemaal wel.
27 augustus 2050 is wat mijn telefoon aangeeft. Ik weet exact wat er gaat gebeuren vandaag en het is niet iets waar ik naar uitgekeken heb. Vandaag is Raoul jarig en wordt hij 18, wat betekent dat hij weg mag, op zichzelf mag gaan wonen en dat de kans dat ik hem ooit nog spreek, klein is.
Sinds 20 geleden worden alle kinderen opgevoed in overheidsinstellingen. Kinderen leren hier hoe ze de perfecte burgers zijn, zodat ze, als ze 18 jaar zijn, de samenleving in kunnen. Het uiteindelijke doel hiervan is het terugbrengen van de wereldpopulatie en de hoeveelheid criminaliteit. Het eerste is zeker gelukt, maar het tweede wat minder; doordat iedereen in één klap vrijheid krijgen, ontsporen de meeste mensen.
Sinds ik klein ben, heb ik hier vier beste vrienden; Milo, Koen, Raoul en Robbie. Vandaag wordt Raoul 18 jaar en mag hij weg. Hij is daarmee de eerste van ons vijf die hier weg mag. We hebben afgesproken om hierna met zijn allen samen te gaan wonen, maar ik ben zo bang dat dat niks wordt, aangezien de meeste vriendschappen na 18 jaar stuk gaan.
"Matt," zegt Raoul, waarmee hij me uit mijn gedachten schudt. Ik vlieg hem letterlijk in zijn armen en ik hou hem vast alsof dit de allerlaatste keer is. "Hey, rustig aan," fluistert hij, als hij merkt dat ik begin te snikken. "Kijk me eens aan," fluistert hij dan. Ik luister naar hem en trek een stukje terug. "Ik ga je echt, echt, echt niet verlaten, oké? Ik kom op bezoek, regel een huis voor ons en jij komt volgend jaar gezellig bij me in wonen, beloofd?" Zegt hij. Hij klinkt oprecht, waardoor ik net wat meer ga geloven in zijn woorden. Ik knik, "beloofd."
Je ware liefde zou je moeten kunnen omarmen zonder enige regels er aan vast verbonden. Als je de ware tegenkomt, zou diegene niet door de keuring heen moeten gaan, maar dat is echter wel wat er nu gebeurt. Mijn familie heeft koningsbloed, dus is het erg belangrijk met wie ik later trouw.
Robbie valt niet onder het laagste van de samenleving, maar hij heeft wel een paar dingen tegenzitten. Ten eerste is hij een man, het liefste heeft mijn familie dat ik met een vrouw trouw. Daarnaast heeft hij geen universitaire opleiding gedaan, maar een hbo opleiding en komt hij niet uit een belangrijke familie.
Voor mij is hij perfect en ik zou niets liever willen, maar voor mijn familie ligt dat net weer wat anders.
“Maar stel hé; ze vinden me niet goed genoeg en je mag geen kroonprins meer zijn?” Vraagt Robbie. De jongen ligt met zijn hoofd op mijn borst. Mijn ouders komen straks thuis en dan zal hij ze voor de eerste keer ontmoeten. Een best belangrijk moment dus.
“Ik heb liever jou dan dat ik een kroonprins ben, schat,” zeg ik. Ik til zijn hoofd ietjes op en ik druk mijn lippen tegen die van hem aan.
Kan mij het ook schelen wat die keuring zegt.
Het fotobehang van het voetbalveld is nog net te zien door het zonlicht dat door de gordijnen heenkomt en het maakt dat ik in de war raak. Hoezo lig ik in Raouls kamer. Voor de tweede keer kijk ik goed om me heen. Raoul zelf is nergens te bekennen.
Als ik nou gisteravond veel alcohol gedronken zou hebben, dan zou dat een goede verklaring zijn waarom ik hier lig, maar dat heb ik niet. Ik heb de hele avond gewerkt en daarna ben ik op tijd in slaap gevallen, dus waarom lig ik dan niet in mijn eigen bed.
Ik wrijf over mijn gezicht om nog wat beter wakker te worden, maar schrik dan van de hoeveelheid haar dat aan mijn kin hangt. Ik heb in mijn 28 jarige bestaan nog maar weinig baardgroei gehad, dus hoe heeft dit in één nacht zo kunnen groeien?
Zodra ik een stap uit zijn bed zet, begint de paniek wel toe te slaan. Dit is namelijk niet alleen niet mijn kamer, maar ook niet mijn lichaam. De tattoo op ‘mijn’ arm en het borsthaar op ‘mijn’ borst, zijn beide niet onderdeel van mijn eigen lichaam.
Mijn, of zijn, hart gaat sneller en sneller kloppen als ik de badkamer in loop om in de spiegel te kunnen kijken. Inderdaad; ik kijk recht in de ogen van Raoul.
Ik raak in paniek, maar dat zakt al snel als ik mezelf vertel dat ik waarschijnlijk nog droom. Ik besluit mezelf aan te kleden, in Raouls kleren, en naar de keuken te lopen voor een ontbijtje.
“Goeiemorgen, Roel!” Zegt Robbie. Hij zit aan het keukeneiland met een broodje grillworst en een kopje koffie. Uit automatisme raak ik verward, tot ik me besef dat ik lijk op Raoul, nee, het lichaam heb van Raoul of Raoul ben? Dit is allemaal veels te ingewikkeld.
“Jezus boomer, weet je nu ook al niet meer wie je bent?” Lacht hij. “Nee, man,” lach ik, waarna ik schrik van mijn eigen stem. Ik klink exact als Raoul.
“Ben je een beetje klaar voor je speech?” Vraagt hij dan. Oh ja, Raouls speech op een hoge school over de betekenis van het leven; iets dat Matthy nooit, maar dan ook echt nooit, zou doen.
Ik grijp naar het papier dat hij nog op het keukeneiland heeft laten liggen gisteravond. Het is zijn speech. “Ja, alleen ik wil het nog wel even doorlezen voor ik hem straks moet geven,” zeg ik. Robbie wil er verder over doorgaan, maar hij krijgt de kans niet. Vanuit de gang zie ik mijn eigen lichaam binnen komen lopen. Ik herken de paniek op mijn gezicht.
“Raoul, kan ik even met je praten?” Hoor ik mijn stem zeggen. Ik knik meteen, “is goed.”
“Ik moet je wat vertellen.” Ik kom letterlijk bij de Brabander met de deur in huis vallen met deze mededeling. De afgelopen weken heb ik meermaals huilend bij Raoul gezeten, omdat ik het simpelweg niet meer wist. Alles wat ik opkrop bij hem, komt er bij Raoul weer uit. Niet eerlijk en dat weet ik ook, dus nu is het moment dat ik er wat aan ga doen.
Ik tref hem aan zijn bureau. Als ik op zijn scherm kijk, zie ik dat hij zijn eigen video aan het controleren is. Hij zet zijn koptelefoon af en legt deze voor zich neer. Ik neem plaats op zijn bed, terwijl hij zijn bureaustoel naar me toe draait.
“Om nog meer met de deur in huis te vallen,” zeg ik, “ik ben verliefd op je. Ik loop hier echt al maanden mee, maar ik kan het gewoon niet meer voor me houden.” Ik zie geen enkele verandering in emotie.
“Matt,” zegt hij dan zuchtend, “sorry. Fuck, ik weet niet helemaal hoe ik hierop moet reageren. Ik wil je niet kwetsen of iets.”
De moed zakt me in mijn schoenen, alleen ik kan nu niet meer terug. Nu ik A heb gezegd, moet ik ook B zeggen.
“Ik voel niet die gevoelens voor je. Geloof me als ik zeg dat ik echt van jou hou en dat je echt veel voor me betekend, maar puur vriendschappelijk,” zegt hij na een korte stilte.
Ik wil mijn tranen echt bedwingen en ik doe er mijn uiterste best voor, maar toch lukt het me niet. Ze stromen als watervallen mijn wangen over, want ondanks dat ik dit ergens al verwacht had, komt het toch hard aan. Ik hoor hoe hij opstaat en naast me komt zitten en een arm om me heen slaat. “Vind je dit oke?” Vraagt hij dan onzeker. Ik knik tussen de tranen door.
“Ik zou je de wereld geven, Matthy, maar helaas ben ik jouw wereld en dat is nou net hetgeen dat ik je niet geven kan,” fluistert hij, waarna hij me in zijn armen sluit.
“Matthy, er is post voor je, maar ik zou zweren dat ons adres in jouw handschrift is geschreven,” zegt Koen verward, nadat hij zonder aankondiging mijn kamer binnen is gestormt. Ik lig nog in bed en ik steek mijn hand naar hem uit. Eigenlijk wilde ik al uit bed, maar de slapende jongen op mijn borst, hield dat tegen.
Koen geeft me de brief aan en meteen kijk ik naar het handschrift. “What the fuck,” zeg ik als ik zie dat het daadwerkelijk mijn handschrift is. “Ja dat dus, maar goed. Ik moet weer aan het werk,” zegt Koen, waarna hij meteen mijn kamer weer uitbeent. Ik roep hem nog succes toe, daarna hoor ik in de verte een dankjewel terug.
Ik open de brief. Ik kan me niet herineren dat ik mezelf ooit post gestuurd heb, dus ik heb geen idee wat dit kan zijn.
Beste Matthy,
Ik ben het, Matthy, maar dan uit een ander universum. Ik wil je waarschuwen, omdat ik weet wat er komen gaat.
Geniet nog even van je tijd met Robbie, nu het nog kan, volgende week breekt het drama uit.
Succes.
Groetjes, Matthy.
Ik voel mijn adem versnellen en mijn handen beginnen te trillen. Wat. Is. Dit.
De jongen op mijn borst lijkt het door te hebben, want op een slaperige toon vraagt hij wat er aan de hand is. Ik geef hem de brief aan.
“Vast een of andere fan die een geintje met je uithaalt, schat,” zegt hij als poging om me gerust te stellen. Ik schud mijn hoofd, “maar dat is mijn handschrift.” “Die kunnen ze zo op het internet vinden, geloof me nou maar.” Hij drukt een kus op mijn mond en ik besluit het maar te laten gaan. Er gebeurt vast niks.
Een week later.
Had ik nou de laatste zin maar wel gelezen.
PS. Geloof Robbie niet. Ik ben geen fan.
Lief dagboek, Toen ik op Youtube aan het kijken was, kwam ik het kanaal Fifalosophy tegen. De jongen erachter heet Matthy en hij is een paar jaar ouder dan dat ik ben. Zijn video’s zijn echt leuk om te kijken en hij zelf is ook niet verkeerd. Ik hoop dat ik op een dag net zo goed wordt in video’s maken als hij!
Lief dagboek, Vandaag raakte ik aan de praat met Matthy! De aanleiding weet ik al niet meer, maar hij was echt gezellig. Hopelijk houden we contact.
Lief dagboek, Vandaag heb ik Matthy voor het eerst gezien op het DDG tournooi. Het was een Fifa tournooi waar ik aan mee mocht doen, waar hij ook aan meedeed. Verder heb ik Raoul, Koen en Robbie leren kennen en zij waren ook allemaal zo gezellig!
Lief dagboek, Matthy wil met me afspreken! Ik heb er zoveel zin in, want het was zo gezellig vorige week.
Lief dagboek, Ik ben verliefd- Ik wist niet eens dat ik op mannen viel, maar Matthy heeft dat zojuist bewezen. Het was zo gezellig en ik voelde me zo thuis bij hem. Ik hoop dat dit nooit stopt
Lief- Nee. Dit gaan we niet doen. Gadverdamme, waarom was ik zo. Nou; het is vijf jaar later en ik heb dit ding weer eens uit de la gevist. Ik wilde hier eigenlijk nooit meer in schrijven, want wtf waarom deed ik dit, maar de gebeurtenissen van vandaag passen er zo goed bij dat ik het wel MOET doen.
Vandaag hebben Matthy en ik gezoend. Wtf. Vijf jaar later en ik heb nog steeds gevoelens voor die man. We waren buiten aan het wandelen in Rhoon, aangezien we ons verveelden en het lekker weer was. En toen op een uitgestorven bankje sloeg ik mijn arm om hem heen, waarna hij dichterbij me kwam en toen elkaar een kus gaven, die al snel overging naar een zoen. “Ik hoop dat dit nooit stopt” - Ik 5 jaar geleden en ik nu.
Fakka, Sinds gister ben ik weer in casa del huts en dus bij Matthy. Aangezien er gebrek is aan een logeerkamer en ik niet weer op de bank wilde slapen, mocht ik van Matthy bij hem slapen. Ik wist totaal niet wat ik kon verwachten, maar we hebben weer gezoend en we vielen knuffelend in slaap. Samen met hem wakker worden was zo fijn.
Fakka, Matthy vroeg vandaag of ik zijn vriend wilde zijn. Ik heb ja gezegd. We gaan misschien wat snel, maar ik weet het zeker. Ik heb wat tijd met hem in te halen.
Fakka, Omg. Het is weer zeven jaar verder en vandaag ga ik trouwen met Matthy. Ik wil heel stiekem even huilen uit geluk.
Boos als ik ben, duw ik de voordeur met een klap dicht. Meteen veranderd mijn woede in verdriet. Ik voel mezelf tegen de muur aan naar beneden zakken, alsof al mijn energie verdwenen is. Alsof het, net als zij, ook in de auto stapt en met loeiende motors wegrijdt van mijn bestaan.
Ik voel mezelf breken en in een rap tempo ook. Het is gewoon niet eerlijk. Wat heeft hij, dat ik niet heb? Was ik al die tijd maar een tijdelijke opvulling voor de problemen die ze had?
Vanuit de woonkamer hoor ik Suzan en Freek door de speakers zingen; Goud. Ik snuif even sarcastisch, hoe ironisch.
‘Hield ik misschien te snel van jou. Ik dacht dat het werken zou.’
‘Zwijgen we de hele dag. Wil jij weer praten, hele nacht’
Ik kan niet zeggen dat het de afgelopen tijd lekker ging, maar dat dit al het einde was? Dat had ik niet verwacht. We gingen van contact dag in, dag uit naar amper contact, totdat ruzies onze enige vorm van contact was. Vandaag besloot ze er een einde aan te breien en dat het niet meer gaat.
Alleen hoe kan ze nu al opgeven? Hoe kan zij, als iemand die nooit een vreselijke vriendschap verlaat, mij zo achterlaten alsof het niets is?
Schijnbaar zijn we nooit goud geweest.
“Ik denk dat ik zojuist de vrolijkste persoon op aarde ontmoet heb,” vertel ik mijn ouders als ik na een weekendje Eindhoven aanschuif aan de eettafel. Robbie ken ik al een aantal maanden via Youtube en vandaag heb ik hem dan ook voor het eerst in het echt gezien. Aangezien hij jonger is dan dat ik ben, spraken we bij hem thuis af, zodat zijn ouders me ook gelijk konden ontmoeten. Gelukkig waren ze tevreden, waar ik eerst best zenuwachtig voor was.
“Ja? Was het leuk?” Vraagt mijn moeder, waarop ik knik. “Het was echt de hele tijd gezellig met hem. Het verveelde echt geen moment. Zijn gezin was ook echt aardig,” vertel ik enthousiast. “Fijn, jongen,” zegt mijn vader, waarna ik ook een bord eten opschep. Terwijl ik dat doe, voel ik mijn telefoon in mijn broekzak trillen. Stiekem pak ik het apparaat uit mijn broekzak, om te kijken wie het is.
Robbie van de Graaf: Veilig thuis aangekomen?
U: Ja! En jij ;)
Robbie van de Graaf: Hahaha nog net. Robbie van de Graaf: Vond het echt leuk met je!
U: Ik ook, Robje <3
“Wat zit jij te blozen dan?” Lacht Jesse, die naast me zit en me een stootje verkoopt. Snel berg ik mijn telefoon weer op. “Nee niks,” zeg ik. “Jawel. Zeg op dan!” Dramt hij door. “Het was Robbie maar,” zeg ik non chalant. “Maar?” Jesse heft een wenkbrauw op. Ik haal mijn schouders op en daarmee is het gesprek voorbij.